De Dow-Jonesindex van de aandelenbeurs in New York heeft woensdag voor het eerst de grens van 20.000 punten doorbroken. De graadmeter haalde de mijlpaal direct bij de opening, nadat de stand van 20.000 punten de afgelopen weken steeds net een stapje te ver was gebleken.

De Dow piekte vlak na de opening op 20.033,77 punten en zakte daarna licht terug naar 20.015 punten. Daarmee werd een winst van 0,5 procent ten opzichte van de slotstand van dinsdag geboekt. De brede S&P 500 steeg ook 0,5 procent, naar 2291 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq klom 0,7 procent naar 5641 punten.

Na de verkiezingsoverwinning van Donald Trump maakte de Dow Jones een opvallende sprong voorwaarts, waarbij afgelopen november voor het eerst de grens van 19.000 punten werd overschreden. De rally werd vooral aangevuurd door bankaandelen. Die waren de afgelopen tijd in trek omdat beleggers rekenen op minder strenge regels voor banken onder Trump, bij een verder oplopende rente.

De Dow Jones Industrial Average stamt uit 1896 en houdt het koersverloop van dertig toonaangevende fondsen op Wall Street bij. De Dow is een prijsgewogen index, wat betekent dat de fondsen met de hoogste beurskoers het zwaarst wegen. De fondsen met de laagste koers hebben de kleinste invloed op de stand van de graadmeter. Daarmee wijkt de Dow af van bijvoorbeeld de Amsterdamse AEX-index, waarin het gewicht van een fonds samenhangt met de omvang van het betreffende bedrijf.

De Dow zit sinds medio 2009 per saldo in een stijgende lijn, na de diepe val die in de herfst van 2007 werd ingezet door de financiële crisis. De Dow duikelde daarbij van ruim 14.000 punten in oktober 2007 naar een dieptepunt van 6496,95 punten op 3 juni 2009.

Europese beurzen

De Europese aandelenbeurzen lieten woensdagmiddag mooie winsten optekenen. Beleggers waren goedgemutst dankzij meevallende kwartaalcijfers en optimisme over de economische vooruitzichten. Met name de financiële fondsen deden het goed. In New York brak de Dow-Jonesindex voor het eerst door de grens van 20.000 punten.

De Amsterdamse AEX-index stond halverwege de middaghandel 1,2 procent in de plus op 488,91 punten. De MidKap steeg 1,1 procent naar 696,63 punten. De graadmeters in Parijs en Frankfurt wonnen tot 1,7 procent. De FTSE in Londen kreeg er 0,4 procent bij.

Beleggers reageerden onder meer op de kwartaalcijfers van de Spaanse bank Santander, die 4,3 procent won in Madrid. De winst van de bank viel hoger uit dan analisten hadden verwacht. In Frankfurt hoorde Deutsche Bank bij de grootste winnaars met een plus van 5,2 procent. In Parijs wonnen BNP Paribas en Société Générale tot 4,3 procent.

De sterkste stijger in de AEX was ING met een plus van ruim 3 procent. Ook SBM Offshore, NN Group, DSM, Gemalto en Randstad behoorden tot de koplopers met koerswinsten van meer dan 2 procent. Er was slechts een handjevol verliezers bij de hoofdfondsen te zien. Tankopslagbedrijf Vopak sloot de rij met een min van 0,8 procent.

Philips Lighting was de sterkste stijger in de MidKap. Bank of America maakte bekend het aandeel te gaan volgen met een koopadvies. Het lichtbedrijf won ruim 5 procent. Ook verzekeraar ASR deed het goed bij de middelgrote fondsen met een stijging van meer dan 4 procent.

Bij de kleine fondsen op het Damrak kreeg ForFarmers er 4,1 procent aan waarde bij. Analisten van KBC Securities lieten weten brood te zien in het aandeel van de producent van veevoer, die volgens hen zijn winst de komende jaren stevig kan opvoeren.

De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,8 procent naar 52,75 dollar. Brent werd ook 0,8 procent goedkoper, bij 54,98 dollar per vat. De euro was 1,0730 dollar waard, tegen 1,0750 dollar bij het slot van de Europese beurzen op dinsdag.